Gesloten bodemwarmte-installatie melden

Wilt u uw gebouw in de winter verwarmen en in de zomer koelen? Hiervoor kunt u een gesloten bodemwarmte-installatie aanleggen. Vaak is het voldoende dit te melden bij de gemeente.

U wilt voor de verwarming van uw huis gebruikmaken van de warmte in de bodem. Bij gebruik van bodemwarmte installeert u een bodemwarmtewisselaar. Dit heet ‘wisselaar’ omdat u ’s winters warmte opneemt uit de bodem en ’s zomers warmte afgeeft aan de bodem (koeling). U meldt het aanleggen van een installatie van tevoren bij de gemeente. Wilt u een bodemwarmte-installatie met een gesloten systeem aanleggen? Dan heeft u toestemming nodig van de gemeente. Voor een installatie met een open systeem heeft u meestal toestemming nodig van de provincie.

Wilt u samen met uw buren gebruik maken van bodemwarmte? U heeft dan een grotere installatie nodig. Is de capaciteit van de bodemwarmtewisselaar groter dan 70 kW? U moet een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (BPM) aanvragen.

Bij de aanleg van een bodemwarmte-installatie moet u rekening houden met de volgende eisen:

  • Het ontwerp van het systeem moet u afstemmen op de aard en omvang van de behoefte aan warmte en kou.
  • Er mag geen interferentie met een ander systeem zijn. Dit betekent dat de winning van warmte niet de werking van andere, al bestaande systemen mag dwarszitten.
  • Binnen 5 jaar moet het systeem een moment bereiken waarop er geen warmte-overschot is. Zo'n moment moet elke 5 jaar een keer optreden. Er is dan een evenwicht is tussen de opgenomen warmte en de afgegeven warmte.

Zo doet u een melding van een gesloten bodemwarmte-installatie:

Een omgevingsvergunning beperkte milieutoets vraagt u ook aan via Omgevingsloket online.

Na de melding geeft de gemeente binnen 4 weken een reactie.

De behandeling van een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets duurt 8 weken.

Bij een negatieve beslissing kunt u binnen 6 weken bezwaar maken. Blijft de beslissing negatief dan kunt u in beroep gaan bij de rechtbank.

Als u een aanvraag of melding doet, heeft de gemeente uw persoonsgegevens nodig. De gemeente behandelt uw persoonsgegevens zorgvuldig. In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat hoe de gemeente met uw persoonsgegevens moet omgaan.

De belangrijkste regels zijn:

  • De gemeente vraagt alleen om gegevens die nodig zijn voor het afhandelen van uw aanvraag of melding. De gemeente vraagt niet om andere gegevens.
  • De gemeente gebruikt uw gegevens alleen voor het verwerken van uw aanvraag, melding of voor iets wat daar direct mee te maken heeft.
  • De gemeente bewaart uw persoonsgegevens niet langer dan nodig is.
  • De gemeente zorgt ervoor dat uw persoonsgegevens veilig zijn.
  • Alleen mensen die uw gegevens nodig hebben voor hun werk kunnen ze bekijken.
  • Andere organisaties krijgen uw gegevens alleen als dit wettelijk verplicht is.
  • Als u hierom vraagt, dan vertelt de gemeente u:
    • welke gegevens de gemeente over u heeft
    • waarvoor deze gegevens nodig zijn
    • wat er met uw gegevens gebeurt.
  • Kloppen uw gegevens niet? Dan kunt u de gemeente vragen om ze te corrigeren.

De melding doet u bij de gemeente of via het Omgevingsloket Online (OLO). U doet de melding minstens 4 weken voor u de installatie aanlegt.

De Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (BPM) vraagt u aan via het Omgevingsloket Online (OLO).

Vragen? Chat met ons!

Beschikbaar op werkdagen van 9.00 - 17.00 uur.

Start een chat (Verwijst naar een externe website)